4 Sociaal maatschappelijk, participatie en voorzieningen

Wat gaat dat kosten?

2021
Werkelijk

2022
Begroting
na
wijziging

2023
Begroting

2024
Begroting

2025
Begroting

2026
Begroting

Lasten

4.1

Zorg

-24.428

-27.741

-27.327

-27.553

-27.667

-28.448

4.2

Werk en inkomen

-14.279

-15.810

-15.397

-14.705

-14.428

-14.162

4.3

Arbeidsmigranten

-79

-723

-150

-175

-100

-100

4.5

Gezondste regio 2025

-195

-30

-30

-30

-30

-30

4.6

Inwonerparticipatie/inwonerinitiatieven

-6.002

-6.293

-5.068

-5.206

-4.926

-5.064

4.7

Burgerzaken

-1.512

-1.262

-1.352

-1.528

-1.538

-1.531

Totaal Lasten

-46.495

-51.859

-49.324

-49.198

-48.690

-49.335

Baten

4.1

Zorg

1.519

1.456

1.605

1.542

1.543

1.545

4.2

Werk en inkomen

7.639

8.040

7.231

7.241

7.235

7.235

4.3

Arbeidsmigranten

45

21

21

21

0

0

4.6

Inwonerparticipatie/inwonerinitiatieven

422

775

575

1.091

602

602

4.7

Burgerzaken

544

402

313

696

704

700

Totaal Baten

10.169

10.695

9.745

10.591

10.084

10.082

Saldo van baten en lasten

-36.326

-41.164

-39.579

-38.607

-38.605

-39.253

Storting in de reserves

-956

-620

-55

-465

-55

-55

Aanwending van de reserves

1.889

3.282

414

241

173

156

Resultaat

-35.393

-38.502

-39.220

-38.831

-38.487

-39.152

Onderstaande tabel geeft het verloop van de begroting sinds de vastgestelde meerjarenbegroting 2022-2025 weer.

2023
Begroting

2024
Begroting

2025
Begroting

2026
Begroting

Lasten inclusief mutatie reserves

Meerjarenbegroting 2022-2025

-47.984

-47.526

-46.645

-46.638

Raadsbesluiten t/m 19 juli

417

1.333

1.558

1.712

Lasten  Actuele begroting

-48.401

-48.859

-48.203

-48.350

Autonome ontwikkelingen

70

-623

-1.173

-1.375

Gemeentefonds

186

792

1.427

984

Onontkoombaar knelpunt

-600

-600

-600

-600

Loon- en prijscompensatie

-820

-820

-820

-820

Rente, afschrijving en financiering

71

-42

-40

-34

Diverse kleine mutaties < € 50.000

-65

-55

-61

-53

Niet te realiseren ombuigingen

-50

-50

-50

-50

Overige technische mutaties

230

230

230

181

Verbetervoorstellen

0

364

546

728

Totaal lasten Meerjarenbegroting 2023-2026

-49.379

-49.663

-48.745

-49.390

2023
raming

2024
raming

2025
raming

2026
raming

Baten inclusief mutatie reserves

Meerjarenbegroting 2022-2025

10.284

11.303

10.832

10.832

Raadsbesluiten t/m 19 juli

145

-199

-299

-316

Baten  Actuele begroting

10.428

11.105

10.533

10.516

Autonome ontwikkelingen

-235

-224

-229

-227

Loon- en prijscompensatie

10

10

10

10

Diverse kleine mutaties < € 50.000

-44

-58

-56

-60

Totaal baten Meerjarenbegroting 2023-2026

10.159

10.832

10.257

10.238

Soc. maatschap., participatie en voorz.

-39.220

-38.831

-38.487

-39.152

Onderstaande tabel bevat de toelichting op de financiële mutaties uit deze meerjarenbegroting.

Autonome ontwikkelingen

Omnibuzz begroting 2023-2026

2023

2024

2025

2026

Lasten

-30

-41

-55

-77

Baten

13

14

15

17

Omnibuzz is voor de Limburgse gemeenten de uitvoeringsorganisatie voor het vraagafhankelijk WMO-vervoer. De ons toegestuurde begroting 2023 en meerjarenraming 2024 - 2026 geven aanleiding om het budget hierop meerjarig bij te stellen.

Projectleiding en coördinatie programma arbeidsmigranten

2023

2024

2025

2026

Lasten

-15

-40

-65

-65

Baten

0

0

0

0

Omdat in Horst aan de Maas het onderwerp arbeidsmigranten hoog op de agenda staat en blijft staan, is het noodzakelijk daar structureel voldoende budget voor vrij te maken. Dit budget wordt in eerste instantie ingezet om projectleiding voor de projecten die voortkomen uit het programma arbeidsmigranten op te zetten en uit te rollen en daarna om de coördinatie over deze projecten goed te kunnen invullen. Dit is een aanvulling op de in de kadernota 2022 (incidenteel) opgenomen bedragen 2022 en 2024 van resp. € 50.000 en 25.000.

Werk en inkomen - BBZ-levensonderhoud

2023

2024

2025

2026

Lasten

227

104

11

11

Baten

0

0

0

0

Op grond van het coronascenario zijn we voor onze meerjarenraming van de BBZ-uitkeringen in de bestaande begroting uitgegaan van een toename ultimo 2021 naar 25 uitkeringen levensonderhoud als gevolg van beëindiging van de diverse coronasteunmaatregelen voor zelfstandigen. Vervolgens liep in dat scenario dit aantal in de jaren 2022 en volgende weer langzaam terug naar 5 ultimo 2025. Deze verwachte ontwikkeling zien we echter niet terug in de realisatie over 2021 en het 1e halfjaar 2022. Er is momenteel sprake van 1 structurele uitkering BBZ-levensonderhoud. Voor het 2e halfjaar verwachten we dat het aantal zal toenemen naar uiteindelijk ca. 6/7 ultimo 2023.

Werk en inkomen - BUIG-budget

2023

2024

2025

2026

Lasten

0

0

0

0

Baten

-248

-238

-244

-244

Het BUIG-budget is een gebundelde uitkering van het rijk voor de bekostiging van uitkeringen op grond van de Participatiewet, de IOAW , de IOAZ en het BBZ 2004 (voor zover deze laatste betrekking heeft op levensonderhoud voor startende ondernemers). Ons nader voorlopige BUIG-budget is in 2022 vastgesteld op € 5.648.000. Daarbij is nog geen rekening gehouden met de correctie voor loon- en prijs. Deze volgt bij definitieve vaststelling in het najaar 2022. We nemen daarvoor een stelpost mee van 3,5% is € 198.000. Voor volumestijging op basis van stijgende uitkeringsaantallen houden we rekening met eveneens ca. € 160.000. Opgeteld komen we daarmee uit op ruim € 6 miljoen.

Werk en inkomen - Loonkostensubsidies

2023

2024

2025

2026

Lasten

-200

-200

-200

-200

Baten

0

0

0

0

We zien de laatste jaren een toename van de loonkostensubsidies. De loonkostensubsidie is bedoeld voor werkgevers die iemand met een ziekte of handicap in dienst nemen. Op basis van de realisatie in 2021 en het 1e halfjaar 2022 stellen we het budget bij met € 200.000 naar € 525.000.

Werk en inkomen - WWB, IOAW en IOAZ

2023

2024

2025

2026

Lasten

268

-86

-324

-324

Baten

0

0

0

0

Voor de raming gaan we uit van een recessie medio 2023 welke structureel doorwerkt in onze begroting en meerjarenraming. Meerjarig leidt dit tot een nadeel omdat we in onze bestaande begroting nog uitgingen van herstel (lees lagere lasten) door het einde van de coronapandemie. In het coronascenario gingen we uit van een stijging van de lasten WWB, IOAW en IOAZ van +25% ten opzichte van 2020 ultimo 2022. Dit liep vervolgens af ultimo 2023 t/m 2025 naar resp. +15%, +10% en +5%. We verwachten nu ultimo 2022 uit te komen op een stijging van ca. 12%. Voor de verwachte recessie gaan we uit van een stijging van de uitkeringslasten ultimo 2023 met ca. +14% (ten opzichte van 2020). Voor de WWB komen we dan uit op 335 uitkeringen. Dit leidt ten opzichte van de bestaande begroting voor de jaren 2023 tot en met 2026 tot resp. een voordeel van € 268.000, en vervolgens nadelen van € 86.000, € 324.000.

WMO vergrijzing +3,5% per jaar Segmenten 2B en 3A

2023

2024

2025

2026

Lasten

-180

-360

-540

-720

Baten

0

0

0

0

Op basis van de verwachte vergrijzing van onze inwoners met 3,5% per jaar (cumulatief) rekenen we deze voor de WMO-segmenten 2B (Ouderen) en 3A (Hulp bij het huishouden) door in onze begroting en meerjarenraming. In onze oorspronkelijke begroting is het budget meerjarig geraamd tegen constant volume en prijs en is hiermee nog geen rekening gehouden.

Gemeentefonds

Doorbetaling rijksbijdrage WSW

2023

2024

2025

2026

Lasten

-94

-77

-92

24

Baten

0

0

0

0

Voor de WSW fungeren we als doorgeefluik. De bijdrage die we hiervoor via de algemene uitkering uit het gemeentefonds ontvangen wordt doorbetaald aan de NLW.

Doordecentralisatie BW/MO uitgesteld van 2023 naar 2024

2023

2024

2025

2026

Lasten

280

677

559

0

Baten

0

0

0

0

In de huidige situatie ontvangen alleen de centrumgemeenten de rijksmiddelen voor beschermd wonen (BW). Per 1 januari 2024 gaat dit over naar alle gemeenten op basis van een objectief verdeelmodel. Dit was voorzien per 1 januari 2023 maar dat is niet haalbaar. Bij de overgang geldt een geleidelijk ingroeipad.

Stelpost lasten aanvullende maatregelen Jeugdzorg

2023

2024

2025

2026

Lasten

0

192

960

960

Baten

0

0

0

0

Stelpost aan de lastenkant conform overleg met toezichthouder. Naast de besparingsopgave die volgt uit de uitspraak van de Commissie van Wijzen heeft het kabinet besloten tot het realiseren van de aanvullende besparing van structureel € 511 miljoen. Deze besparing is aangemerkt als een Rijksverantwoordelijkheid. Dit betekent dat het aan de Rijksoverheid is om de besparing in te vullen met (wettelijke) maatregelen. Het gaat daarbij om maatregelen waardoor gemeenten minder middelen nodig hebben of waarbij alternatieve inkomsten gegenereerd worden (bv door middel van de invoering van een eigen bijdrage). De rijksverantwoordelijkheid houdt ook in dat het Rijk het budgettaire risico draagt ingeval (een deel van) deze maatregelen geen of niet tijdig doorgang vinden.

Onontkoombaar knelpunt

Gevolgen stijgende inflatie inwoners

2023

2024

2025

2026

Lasten

-600

-600

-600

-600

Baten

0

0

0

0

Het is belangrijk een breder vangnet te behouden waar inwoners met financiële problemen terecht kunnen voor ondersteuning. Dit vangnet bestaat zowel uit gemeentelijke ondersteuning als ondersteuning vanuit verschillende maatschappelijke partners zoals de Voedselbank, His Hope, Leergeld Horst aan de Maas, STAP en de Thuisadministratie van Synthese. Zij ontvangen subsidie om de ondersteuning aan onze inwoners mogelijk te maken. Ondanks de inzet die we doen, is de verwachting dat we een stijgende lijn gaan zien in het aantal financiële hulpvragen reëel. We verwachten dit met name terug te zien in de aanvragen individuele bijzondere bijstand, schuldhulpverlening en bij onze samenwerkingspartners als stichting Leergeld en Synthese. Het blijft lastig in te schatten waar dit daadwerkelijk op uit gaat komen. Gezien de landelijke scenario’s is het belangrijk hier op lokale schaal wel al op te anticiperen. Verruiming inkomensgrens minimaregelingen en bijzondere bijstand. Nu ligt de grens voor veel regelingen op 120%. Als we deze grens ophogen naar 150%, dan betekent dat een stijging van de potentiële doelgroep met 85%. Het niet-gebruik van gemeentelijke regelingen is gemiddeld 35%. Als we dit financieel doorrekenen komen we uit op (65% van 85%) + 55%. We hebben een bedrag opgenomen van € 600.000. Waarbij de uitvoeringskosten onderdeel vormen. Dit bedrag is bedoeld om de eerste inkomensval te compenseren. Voor structurele oplossingen zullen we andere investeringen moeten doen.

Niet te realiseren ombuigingen

Ombuiging rolstoelen/hulpmiddelen en woonvoorzieningen wordt niet gerealiseerd

2023

2024

2025

2026

Lasten

-50

-50

-50

-50

Baten

0

0

0

0

We verwachten een flinke indexatie in 2023. In het contract zijn hierover afspraken gemaakt met Medipoint. Daarbij geldt de consumentenprijsindex (cpi). Deze steeg gedurende maart en april naar bijna 10 procent, maar is inmiddels weer aan het dalen. De gemiddelde cpi inflatie bedraagt momenteel 8,2%. Voor de trapliften volgt een nieuwe aanbesteding waarbij de verwachting is dat de prijzen met 10% zullen stijgen. Het is daarbij niet reëel te verwachten dat de beoogde besparing van 50.000 gerealiseerd wordt.

Verbetervoorstellen

Afbouw stijging inflatie voor inwoners

2023

2024

2025

2026

Lasten

0

300

450

600

Baten

0

0

0

0

We verwachten dat de effecten van de inflatie afnemen waardoor we de verruiming van de inkomensgrens weer geleidelijk terug kunnen brengen van 150% naar 120%.

Compensatie indexering Gas en Elektra

2023

2024

2025

2026

Lasten

0

64

96

128

Baten

0

0

0

0

Het is nog onzeker of we door het Rijk gecompenseerd worden voor de stijging van de energieprijzen. Afhankelijk van de ontwikkelingen zal in 2023 een voorstel komen voor deze compensatie.

Deze pagina is gebouwd op 10/19/2022 13:16:07 met de export van 10/19/2022 11:55:57