1. Algemeen
De gemeentelijke heffingen zijn na de algemene uitkering de grootste inkomstenbron van de gemeente. Met de heffingen genereren we in 2023 ongeveer 22% van de gemeentelijke inkomsten. In het onderstaande overzicht worden de inkomsten van de diverse gemeentelijke heffingen nader gespecificeerd.
Overzicht inkomsten uit heffingen 2023 | ||||
. | Rekening 2021 | Begroot na wijziging 2022 | Begroting 2023 | Procentuele afwijking begroting 2023-2022 |
---|---|---|---|---|
Onroerende zaakbelasting (OZB) | 12.015 | 12.565 | 13.044 | 3,8% |
Afvalstoffenheffingen en reinigingsrecht | 3.830 | 4.282 | 4.427 | 3,4% |
Rioolheffing | 4.125 | 4.164 | 4.650 | 11,7% |
Toeristenbelasting | 2.819 | 3.191 | 3.183 | -0,3% |
Baatbelasting | 2 | 3 | 3 | 0,0% |
Reclamebelasting | 70 | 87 | 87 | 0,0% |
Precariobelasting | 17 | 25 | 25 | 0,0% |
Marktgelden | 16 | 20 | 20 | 0,0% |
Begraafplaatsrechten | 15 | 15 | 15 | 0,0% |
Overige heffingen | 3.616 | 2.595 | 2.356 | -9,2% |
Totaal inkomsten uit heffingen | 26.525 | 26.947 | 27.810 | . |
Totaal inkomsten begroting/rekening | 120.500 | 129.493 | 125.695 | . |
In de hogere opbrengsten van de OZB is rekening gehouden met een vaste indexering en de verwachte areaalontwikkeling. Met betrekking tot de afvalstoffenheffing en het reinigingsrecht gaat de begroting uit van een stijging van de basisheffing met 2,4% (inflatiecorrectie) en is hierbij een toename van het aantal aansluitingen meegenomen in de cijfers. De overige heffingen zijn geïndexeerd met een inflatie met 2,4% tenzij anders aangegeven.
2. Kostendekkendheid
Vanaf de begroting 2017 is iedere gemeente verplicht in de paragraaf lokale heffingen de kostendekkendheid van de tarieven die op basis van de Gemeentewet maximaal kostendekkend mogen zijn, inzichtelijk te maken.
Per heffing wordt in deze paragraaf dan ook op hoofdlijnen inzicht gegeven hoe bij de berekening van de tarieven van heffingen de geraamde baten de geraamde lasten niet overschrijden. Voor Horst aan de Maas gaat het hierbij om:
- afvalstoffenheffing;
- reinigingsrecht;
- rioolheffing;
- rioolaansluitrecht;
- marktgelden;
- lijkbezorgingsrechten;
- leges.
Per heffing worden de directe kosten, overhead, BTW en opbrengsten weergegeven. Daarbij zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:
- Directe kosten zijn de kosten die direct aan een heffing kunnen worden toegerekend en ook als zodanig in de financiële administratie staan (bijvoorbeeld directe personeelslasten, rijksleges, geleverde diensten t.b.v. de heffing, kapitaallasten).
- De overhead is op basis van de hierboven vermelde directe personeelslasten aan de heffing toegerekend.
- De inkoop-BTW is als last meegenomen.
- De opbrengsten zijn gebaseerd op de tarieven 2023 zoals die in de paragraaf genoemd worden.
In deze paragraaf wordt de kostendekkendheid per heffing op basis van deze toerekening van de overhead inzichtelijk gemaakt. De systematiek van toerekenen van de overhead via de personeelslasten betekent dat een relatief groter bedrag toegerekend wordt aan arbeidsintensieve taken. De rechtvaardiging hiervoor is dat de ondersteuning en de aansturing voornamelijk zijn gericht op de mensen die de taken uitvoeren.
3. Onroerende zaak belasting (OZB)
De OZB wordt geheven van eigenaren en gebruikers van onroerende zaken. In de meerjarenbegroting is rekening gehouden met een vaste indexering zoals deze reeds in de begroting is opgenomen.
Dit levert voor 2023 de volgende tarieven op:
Onroerende Zaak Belastingen | |||
bedragen in hele euro's | 2022 | 2023 | Stijging |
---|---|---|---|
Tarief Ozb-eigenaar woningen | 0,1391% | 0,1424% | 2,4% |
Tarief Ozb-eigenaar niet-woningen | 0,2650% | 0,2714% | 2,4% |
Tarief Ozb gebruiker niet-woningen | 0,2118% | 0,2169% | 2,4% |
Gemiddelde aanslag woning | € 405,21 | € 414,83 | 2,4% |
Gemiddelde aanslag niet woning / eigenaar en gebruiker | € 1.891,94 | € 1.937,57 | 2,4% |
. |
Het tarief Ozb-eigenaar woningen in onze gemeente ligt in 2022 0,6% onder het gemiddelde van alle Limburgse gemeenten (0,1400%). Het tarief Ozb-eigenaar niet-woningen ligt 15,9% onder het gemiddelde van alle Limburgse gemeenten (0,3153%). En het tarief Ozb-gebruiker niet-woningen ligt 16,6% onder het gemiddelde van alle Limburgse gemeenten (0,2540%).
De genoemde tarieven voor 2023 worden nog gecorrigeerd met de gemiddelde daling / stijging van de WOZ-waarden. Dit gebeurt bij het vaststellen van de verordening Onroerende zaakbelasting 2023 in december 2022. De waardeontwikkeling is dan bekend.
4. Reinigingsheffingen (Afvalstoffenheffing)
De reinigingsheffingen bestaan uit de afvalstoffenheffing en de reinigingsrechten. De afvalstoffenheffing wordt geheven van huishoudens om de kosten te dekken voor het inzamelen en verwerken van huishoudelijk afval. Dit zijn niet alleen de kosten voor de wekelijkse afvalinzameling, maar ook kosten voor de inzameling van glas, oud papier, klein chemisch afval en dergelijke.
Reinigingsrechten worden geheven van bedrijven die gebruik maken van de gemeentelijke afval-inzameldienst. De tarieven voor de afvalstoffenheffing (meerpersoonshuishoudens) en de reinigingsrechten zijn gelijk. Uitgangspunt is dat de reinigingsheffingen kostendekkend zijn.
De begroting uit van een stijging van de basisheffing met 2,4% (inflatiecorrectie) in 2023 en is een toename van het aantal aansluitingen meegenomen in de cijfers.
De verhoging van 2,4% geeft voor 2023 de onderstaande tarieven:
Reinigingsheffingen | |||
bedragen in hele euro's | 2022 | 2023 | Stijging |
---|---|---|---|
Basisheffing per jaar meerpersoonshuishouden | € 232,24 | € 237,81 | 2,4% |
Basisheffing per jaar éénpersoonshuishouden | € 171,42 | € 175,56 | 2,4% |
Restafvalzak | € 1,70 | € 1,70 | 0,0% |
Gemiddelde lasten (1) | € 237,78 | € 243,27 | 2,3% |
Gemiddelde lasten meerpersoonshuishouden (1) | € 255,10 | € 261,00 | 2,3% |
Gemiddelde lasten éénpersoonshuishouden (1) | € 182,42 | € 186,63 | 2,3% |
(1) (inclusief kosten voor restafvalzakken, big bags etc.) | |||
. |
De gemiddelde lastendruk voor een gebruiker van een woning (meerpersoonshuishouden) in onze
gemeente bedraagt in 2023 € 261,00. Het gemiddelde van alle Limburgse gemeenten ligt op € 286,25 (volgens de berekeningsmethodiek van de provincie). Dit is 8,8% (€ 25,25) lager dan het gemiddelde.
Bij het raadsvoorstel tot vaststellen van de verordening Reinigingsheffingen 2023, die in december 2022 in de gemeenteraad aan de orde komt, doen wij een definitief voorstel voor de tarieven 2023.
Kostendekkendheid afvalstoffenheffing: | 99% |
---|
Kostendekkendheid reinigingsrechten: | 100% |
---|
5. Rioolheffing
Gemeenten kunnen maatregelen (voorzieningen) voor de verwerking van afval-, hemel- en overtollig grondwater bekostigen uit een zogenaamde verbrede rioolheffing. De rioolheffing in Horst aan de Maas wordt als een vast bedrag per eigendom van de eigenaar geheven. De rioolheffing heeft het karakter van een bestemmingsheffing. Daarmee kunnen kosten worden verhaald om collectieve maatregelen te treffen voor een doelmatig werkende riolering en maatregelen ten aanzien van afval- hemelwater en grondwater.
Het huidige gemeentelijke rioleringsplan (GRP) is op 23 november 2021 vastgesteld door de gemeenteraad en heeft een looptijd van 2022-2026. Op basis van dit gemeentelijk rioleringsplan is voor 2023 een verhoging van de rioolheffing opgenomen.
Dit levert voor 2023 het volgende tarief op:
Rioolheffing | |||
bedragen in hele euro's | 2022 | 2023 | Stijging |
---|---|---|---|
Vast tarief per eigendom | € 217 | € 237 | 9% |
. |
Het tarief van de rioolheffing van woningen en bedrijven in 2022 ligt in Horst aan de Maas ca. 3% lager (€ 6,63) dan in de provincie.
De huidige rioolheffing is onvoldoende met het oog op de uitgaven die de komende jaren nodig zijn voor rioolonderhoud en -vervanging. Daarnaast hebben we te maken met de nodige investeringen voor klimaatadaptatie en de Kaderrichtlijn Water. Bij de vaststelling van het GRP (november 2021) is aan uw Raad toegezegd te onderzoeken of – bij behoud van de ambities zoals vastgelegd in het GRP, de verdere stijging van de heffing en/of het teruglopen van de voorziening beperkt kan worden. Uw Raad is/wordt meegenomen in dit proces. Bij het raadsvoorstel tot vaststellen van de verordening Rioolheffing 2023, dat in december 2022 in de gemeenteraad aan de orde komt, doen wij een definitief voorstel voor de tarieven 2023.
Kostendekkendheid rioolheffing: | 82% |
---|
6. Rioolaansluitrecht
Iedere gemeente is vrij in de manier waarop de kosten voor het realiseren van een aansluiting op de riolering worden verhaald. In onze gemeente worden de kosten verhaald via een rioolaansluitrecht.
Het rioolaansluitrecht is een eenmalige vergoeding van de eigenaar van een pand dat op de riolering wordt aangesloten.
Indexatie van de tarieven levert voor 2022 het volgende tarieven op:
Rioolaansluitrecht | ||||
Type riolering | , | 2022 | 2023 | Stijging |
---|---|---|---|---|
Druk riolering buitengebied | € 4.623 | € 4.734 | 2,4% | |
Vrijverval-riolering | € 242 + € 176 per m¹ perceel-aansluitleiding | € 248 + € 180 per m¹ perceel-aansluitleiding | 2,4% | |
, |
Kostendekkendheid rioolaansluitrecht: | 79% |
---|
7. Toeristenbelasting/ watertoeristenbelasting
Toeristenbelasting wordt geheven van degene die tegen een vergoeding gelegenheid geeft tot overnachten. De belasting wordt geheven voor alle overnachtingen van personen die niet in de gemeentelijke basisregistratie staan ingeschreven. Dit kunnen zowel toeristen als arbeidsmigranten (ca. 15%) zijn. De toeristenbelasting is een algemeen dekkingsmiddel. Dat betekent dat de gemeente vrij is in de besteding van de inkomsten.
Ook bij verblijf op/in ligplaatsen en watervilla’s wordt (water)toeristenbelasting geheven. Het verblijf op vaartuigen wordt geheven op basis van etmalen verblijf en niet op basis van overnachtingen.
Conform de kadernota zal het hoge tarief voor de toeristenbelasting 2023 niet worden gewijzigd t.o.v. 2022. Het lage tarief voor de toeristenbelasting 2023 wordt verhoogd van € 1,45 naar € 1,55 per overnachting. De tarieven voor vaste plaatsen en seizoenplaatsen worden in lijn hiermee aangepast.
Toeristenbelasting | ||||
bedragen in hele euro's | , | 2022 | 2023 | Stijging |
---|---|---|---|---|
Laag tarief per persoon per overnachting (1) | € 1,45 | € 1,55 | 6,9% | |
Vaste plaats, vast bedrag per jaar (1)* | € 226,20 | € 241,80 | 6,9% | |
Seizoensplaats / arrangement per week (1)* | € 5,80 | € 6,20 | 6,9% | |
Hoog tarief per persoon per overnachting (2) | € 1,55 | € 1,55 | 0,0% | |
Watertoeristenbelasting per persoon per etmaal (3) | € 1,55 | € 1,55 | 0,0% | |
Vaste ligplaatsen voor een vaartuig, per jaar (3) | € 241,80 | € 241,80 | 0,0% | |
Seizoenligplaats voor een vaartuig, per week (3) | € 6,20 | € 6,20 | 0,0% | |
(1) mobiele kampeeronderkomens, stacaravans, groepsaccommodaties. | ||||
(2) Hotel, pensions, vakantiewoningen. | ||||
(3) Vaartuigen, watervilla's. | ||||
. | ||||
* De forfaits voor landtoerisme zijn per 2021 aangepast in vaste tarieven |
Regionaal (Noord-Limburg) gezien is de toeristenbelasting in 2022 gemiddeld € 1,41 per overnachting. Het hoge tarief in Horst aan de Maas ligt rond het regionale gemiddelde (€ 1,54) en het lage tarief 13% (€ 0,17) boven het regionale gemiddelde.
8. Vermakelijkheden
De vermakelijkhedenretributie is in Horst aan de Maas per 2021 ingevoerd. Dit is een heffing voor het gebruik van, door of met medewerking van het gemeentebestuur tot stand gebrachte of in stand gehouden voorzieningen of waarbij een bijzondere voorziening in de vorm van toezicht of anderszins van de zijde van het gemeentebestuur getroffen wordt.
Het tarief € 0,10 per betalende bezoeker en/of deelnemer wordt voor 2023 niet gewijzigd. Vermakelijkheden met minder dan 10.000 bezoekers (ongewijzigd) worden niet in de heffing betrokken.
Bij de vermakelijkhedenretributie geldt geen maximaal 100% kostendekkendheidsvoorschrift, zoals bij de rechten en leges. Een vermakelijkheid moet profiteren van een gemeentelijke voorziening die voor de gemeente lasten met zich meebrengt. De gemeente hoeft echter niet aan te tonen welk bedrag van de met de voorziening gemoeide lasten is toe te rekenen aan de vermakelijkheid. De gemeente hoeft ook niet aan te tonen dat geen winst wordt gemaakt.
9. Baatbelasting
Baatbelasting wordt geheven om de kosten van door de gemeente aangelegde voorzieningen in de openbare ruimte te dekken. De particuliere eigendommen die gebaat zijn, worden in de heffing van de baatbelasting meegenomen. Er wordt in 2023 nog één baatbelasting geheven. Dat is de baatbelasting voor de riolering aan de Kreuzelweg. Deze loopt nog tot en met 2023. Bij het vaststellen van de verordening Baatbelasting Kreuzelweg heeft de gemeenteraad bepaald dat deze niet jaarlijks met een inflatiecorrectie geïndexeerd wordt.
10. Precariobelasting
Precariobelasting wordt geheven voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond.
Met toepassing van een inflatiecorrectie van 2,4% geeft dit voor 2023 de volgende tarieven:
Precariobelasting terrassen | |||
bedragen in hele euro's | 2022 | 2023 | Stijging |
---|---|---|---|
Terrassen binnen de bebouwde kom van Horst of Sevenum per m² per jaar | € 10,00 | € 10,25 | 2,5% |
Overige terrassen per m² per jaar | € 6,65 | € 6,80 | 2,3% |
. |
11. Marktgelden
Marktgelden worden geheven voor het innemen van een standplaats tijdens de weekmarkt. In Meerlo, Swolgen en Tienray zijn geen marktdagen en is de heffing van marktgelden niet aan de orde. De promotiegelden die door de marktlieden in het centrum van Horst worden betaald, zijn vanaf 2011 in de heffing van de marktgelden meegenomen. De promotiegelden worden doorbetaald aan de stichting Centrummanagement Horst aan de Maas. Die betaalt hiermee collectieve activiteiten t.b.v. het promoten van het centrum.
Met toepassing van een inflatiecorrectie van 2,4% geeft dit voor 2023 de volgende tarieven:
Marktgelden | ||||
bedragen in hele euro's | , | 2022 | 2023 | Stijging |
---|---|---|---|---|
Voor het innemen van een standplaats per dag | € 11,75 | € 12,05 | 2,6% | |
Voor het innemen van een vaste standplaats per kwartaal | ||||
- per strekkende meter | € 19,00 | € 19,45 | 2,4% | |
- vast bedrag (promotiegelden alleen in Horst) | € 23,75 | € 24,30 | 2,3% | |
. |
Kostendekkendheid marktgelden: | 29% |
---|
12. Reclamebelasting
Reclamebelasting wordt geheven voor openbare aankondigingen (reclameobjecten) in het centrum van Horst, die zichtbaar zijn vanaf de openbare weg. Deze heffing is in 2008 ingevoerd op verzoek van de ondernemers van het centrum van Horst. De opbrengst van de reclamebelasting wordt, onder inhouding van € 5.000, doorbetaald aan de stichting Centrummanagement Horst aan de Maas. Die betaalt hiermee collectieve activiteiten voor het promoten van het centrum van Horst.
De hoogte van het tarief is sinds 2015 afhankelijk van de ligging en de WOZ-waarde van de vestiging en niet meer van de grootte van de reclameborden zoals dat in 2014 en voorgaande jaren gold.
Met toepassing van een inflatiecorrectie van 2,4% geeft dit voor 2023 de volgende tarieven:
Reclamebelasting centrum Horst | |||
bedragen in hele euro's | 2022 | 2023 | Stijging |
---|---|---|---|
Zone A (woz-waarde kleiner dan of gelijk aan | € 552 | € 565 | 2,4% |
Zone A (woz-waarde range € 151.000 t/m | € 552+ € 3,31 per € 1.000 | € 565+ € 3,39 per € 1.000 | |
Zone A (woz-waarde groter dan of gelijk aan | € 1.021 | € 1.045 | 2,4% |
Zone B | € 552 | € 565 | 2,4% |
* Voor de Reclamebelasting 2023 wordt de woz-waarde 2022 (waardepeildatum 1-1-2021) gehanteerd | |||
* Voor de Reclamebelasting 2022 wordt de woz-waarde 2021 (waardepeildatum 1-1-2020) gehanteerd | |||
* Bij woon-/bedrijfspanden wordt alleen de woz-waarde over het bedrijfsgedeelte meegenomen | |||
. |
13. Lijkbezorgingsrechten
Lijkbezorgingsrechten zijn vergoedingen voor diverse diensten die de gemeente verricht in het kader van de lijkbezorging. De hoogte van de lijkbezorgingsrechten wordt in overleg met het kerkbestuur vastgesteld. Eventuele wijzigingen komen in december 2022 bij het vaststellen van de belastingtarieven 2023 aan de orde.
Kostendekkendheid lijkbezorgingsrechten: | 18% |
---|
14. Leges
Met het heffen van leges dekt de gemeente de kosten voor het leveren van bepaalde diensten. De tarieven zijn gebaseerd op maximale kostendekkendheid.
De te indexeren tarieven 2023 worden met andere wijzigingen in december 2022 aan de gemeenteraad voorgelegd.
De kostendekkendheid van de leges 2023 wordt hieronder per titel van de legesverordening inzichtelijk gemaakt:
Titel 1: Algemene dienstverlening zoals o.a. huwelijksvoltrekkingen/partnerschapsregistratie, inlichtingen uit de basisregistratie personen (BRP), reisdocumenten en rijbewijzen;
Titel 2: Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunningen;
Titel 3: Dienstverlening vallend onder de Europese dienstenrichtlijn. Onder de laatstgenoemde titel vallen o.a. aanvragen in het kader van de drank- en horecawet en kinderopvang.
In verband met de invoering van de omgevingswet en de veranderende wet- en regelgeving wordt de legesverordening op het gebied van de leges omgevingsvergunning aangepast. Bij het raadsvoorstel tot vaststellen van diverse belastingverordeningen 2023, dat in december 2022 in de gemeenteraad aan de orde komt, doen wij een definitief voorstel voor de tarieven 2023.
Kostendekkendheid leges titel 1: | 24% |
---|
Kostendekkendheid leges titel 2: | 97% |
---|
Kostendekkendheid leges titel 3: | 22% |
---|
15. Kwijtschelding
Voor de gecombineerde aanslag gemeentelijke heffingen kan een verzoek tot kwijtschelding worden ingediend. Of iemand voor kwijtschelding in aanmerking komt, hangt af van een aantal factoren. Aan de hand van de financiële situatie wordt beoordeeld of iemand voor kwijtschelding in aanmerking komt. Hiervoor wordt de door de gemeente Horst aan de Maas vastgestelde Leidraad Invordering Gemeentelijke belastingen als basis gebruikt. De verkorte kwijtscheldingsaanvragen worden maandelijks getoetst bij Stichting Inlichtingenbureau. Alleen in complexere gevallen, bij uitval of bij afwijkingen omtrent inkomen of vermogen (o.a. eigen woning) worden de aanvragen door medewerkers van de gemeente beoordeeld. De verwachting is dat in 2023 ongeveer 85% van het totaal aantal aanvragen automatisch kan worden afgehandeld.
Het is mogelijk dat zelfstandige ondernemers (eenmanszaak) die een inkomen rond het bestaansminimum hebben ook voor kwijtschelding van hun privé-belastingen in aanmerking komen. Deze zelfstandige ondernemers worden, buiten de toets op hun ondernemingsvermogen, op dezelfde wijze (voor dezelfde vermogensbestanddelen) getoetst als particulieren.
Afgelopen jaren is gebleken dat maar enkele of geen ondernemers een beroep doen op de kwijtscheldingsregeling.
Kwijtschelding is mogelijk voor de volgende heffingen:
- OZB
- Rioolheffing
- Afvalstoffenheffing