Gemeentelijke heffingen
De kosten voor de Onroerende Zaakbelasting (OZB) en afvalstoffenheffing voor inwoners stijgen in 2023 niet, los van de jaarlijkse inflatiecorrectie. Bij de rioolheffing is een stijging voorzien maar er wordt momenteel onderzocht of de stijging van het tarief beperkt kan worden door aanpassing van de heffingssystematiek of financiële afschrijvingstermijn. Hier komt in december 2022 duidelijkheid over.
Een stabiel financieel beleid
Het uitgangspunt voor 2023 is dat we blijven investeren in onze ambities voor de samenleving. Zéker nu, maar we zorgen tegelijkertijd voor een stabiel financieel beleid. Zodat we de ambities ook in de toekomst waar kunnen maken. We spreken het eigen vermogen alleen aan als er redelijkerwijs niet aan valt te ontkomen. Een hoge inflatie en stijgende (grondstof- en energie)kosten vormen een mogelijke bedreiging voor onze meerjarenbegroting. Ondanks deze extra kosten streven we ernaar onze reservepositie en ons weerstandsvermogen verder te verstevigen. En bouwen zo een buffer om toekomstige tegenvallers op te kunnen vangen. Schuiven we geen onnodige kosten door naar de toekomst en zijn we continue op zoek naar een gezond evenwicht tussen ambitie (wat willen we bereiken?) en lastendruk (wat vragen we van onze inwoners en bedrijven?).
Een sluitende begroting 2023-2026
De begroting 2023-2026 heeft voor elk jaar een positief begrotingssaldo. In de jaren 2024 en 2025 zien we een behoorlijk overschot terwijl er in 2026 sprake is van een krap positief begrotingssaldo. Dit komt omdat door een stelselwijziging vanaf 2026 de algemene uitkering die de gemeente ontvangt van het rijk, fors lager wordt. Deze terugval wordt in gemeenteland al het ravijn van 2026 genoemd. De verwachting is dat gemeenten voor deze terugval gecompenseerd gaan worden.