Beleidsvelden

4.1 Zorg

Wat is onze uitdaging en wat gaan we daar voor doen?

Het huidige systeem in zorg en ondersteuning is onhoudbaar. De vraag stijgt en de capaciteit, zowel personeel als financieel, daalt. Voor ons een teken om het anders te gaan doen. 2023 staat voor ons in het teken van een tweesporen aanpak. We starten met een transformatieplan waarin een gezond leven en beschikbare zorg als je dat nodig hebt, centraal staan. Ondertussen werken we met het huidige systeem om mensen in kwetsbare situaties te helpen. We verbeteren onze dienstverlening aan inwoners als het gaat om ondersteuning en zorg (Wmo en Jeugdwet) en investeren in onze samenleving (wijken en gemeenschappen).
Zo voeren we het verbeterplan Werk, Inkomen en Zorg (WIZ) uit. Het verbeterplan WIZ is gericht op het op kracht brengen en houden van het team Werk, Inkomen en Zorg (met onder meer Team Toegang en onze drie gebiedsteams) en het verbeteren van de aansluiting van het team met de informele ondersteuning van inwoners en partners om ons heen.
De druk op professionele zorg neemt toe als gevolg van toegenomen aantallen vragen van inwoners, complexiteit van problematiek en personeelstekorten. Tegelijkertijd weten we ook dat we een groep nog niet of onvoldoende bereiken.
Daarom moeten we reëel zijn wat inwoners mogen verwachten en duidelijk communiceren dat niet iedereen direct geholpen kan worden. We willen de wachttijden voor onze inwoners zo kort mogelijk houden, daarvoor moeten we veranderingen aanbrengen in onze dienstverlening. We moeten het eerste spoor verstevigen.
Om de toenemende druk op de professionele zorg af te zwakken, willen we juist investeren in preventie (IN! Horst aan de Maas), vrijwilligers en mantelzorgers, onze gemeenschappen, voorliggende voorzieningen en de sociale basis. Als inwoners elkaar kunnen helpen of als kleine interventies of aanpassingen leiden tot meer gezondheid van onze inwoners hebben inwoners minder professionele zorg nodig. Als (lichtere) problematiek aan de voorkant kan worden opgepakt en opgelost, blijven de maatwerkvoorzieningen beter beschikbaar voor de complexere problematiek waarvoor hun expertise nodig is. Zie verder de beleidsvelden 4.5 en 4.6.
We moeten én gaan ruimte creëren binnen spoor 2 om spoor 1 samen met partners buiten op te bouwen. We deden dat al, maar we zetten hele kleine stapjes. We willen grote stappen gaan zetten, onder de voorwaarden dat partners en de omgeving buiten als gelijkwaardige partner mee werken.
Er ligt een nadrukkelijke link tussen programma 4 en programma 5. Programma 4 regelt van oudsher de ondersteuning van inwoners die het zelf niet meer kunnen. Om resultaten binnen dit programma te behalen, hebben we de partners uit het Programma cultuur sport en onderwijs hard nodig om een gezonde omgeving te creëren en gezond gedrag te stimuleren voor iedereen. We gaan samen met hen duidelijke keuzes maken voor gezondheid. We moeten meer gebruik maken van de mogelijkheden van deze partners en verbeteren de verbinding tussen de programma's.
Daarnaast gaan we ook andere financiële kaders creëren. We starten vanuit de bestaande budgetten, maar komen halverwege 2023, met nieuwe financiële afspraken waarin we een gezamenlijk budget met partners creëren voor spoor 1 van uit ombuigingen in spoor 2, een andere inzet van maatwerkvoorzieningen.
De ondersteuning en zorg in de vorm van maatwerkvoorzieningen, is beschikbaar op basis van de overeenkomsten voor maatwerkvoorzieningen die gelden vanaf 1 januari 2022. In 2023 hebben we (ruim) één jaar ervaring met de nieuwe overeenkomsten en blijven we samen met zorgaanbieders in partnerschap kijken naar verbeteringen en eventuele aanpassingen. De raamovereenkomsten bieden de mogelijkheid van zogenoemde herijkingsonderzoeken. De verwachting is dat we in 2023 een aantal herijkingsonderzoeken zullen uitvoeren om zo de kwaliteit van de zorg te blijven borgen. Daarbij kijken we naar de doelen van de ondersteuning en ook naar de balans tussen inkomsten en uitgaven. De hoge inflatie, indexeringscijfers en personele tekorten zetten sowieso druk op de tarieven en budgetten. Verder werken we in regionaal verband aan de doorontwikkeling van de sturingselementen zoals we die in de aanloop tot de nieuwe overeenkomsten via het Programma Sturing en Inkoop hebben vormgegeven. Het gaat hierbij onder meer om toegangsmanagement (onder meer vooraf scherpe doelen stellen en regievoering) en het contractmanagement (structurele, periodieke gesprekken met de gecontracteerde aanbieders over de uitvoering en mogelijkheden voor verbeteringen).
Ten aanzien van inwoners met complexe problematiek voeren we samen met Midden-Limburg regionaal de taken uit op het gebied van Beschermd Wonen, Maatschappelijke Opvang en Preventie & Bemoeizorg. Lokaal investeren we in de sociale basis (eigen netwerk en begeleiding in de wijk) als essentiële factor voor herstel en terugkeer naar het ‘normale’ leven. Hierbij zetten we steeds meer in op ervaringskennis en krijgen ervaringsdeskundigen een belangrijke rol in de regio. We willen deze groep beter en eerder kunnen bereiken, waardoor we ze sneller maar vooral ook beter kunnen helpen.
Onze aanpak wordt ook landelijk als voorbeeld gezien en gaat er de komende jaren voor zorgen dat we voor iedereen een oplossing vinden.
Er zijn ook landelijke ontwikkelingen waar we rekening mee moeten houden. Zo wordt de Hervormingsagenda Jeugd eind 2022 vastgesteld. Daarin zitten zeker ook maatregelen die gemeenten moeten uitvoeren, bijvoorbeeld een betere afbakening van de jeugdhulp, het op grotere schaal organiseren van specialistische taken (bijvoorbeeld op het niveau van Noord- en Midden-Limburg) of het uitwerken van eigen bijdragen in de jeugdzorg. Ook de voorgenomen bezuiniging van € 500 miljoen die het rijk deze kabinetsperiode op het gebied van de jeugdzorg zelf wil realiseren, kan nog consequenties hebben voor gemeenten. De verwachting is ook dat door de stijgende kosten van het levensonderhoud steeds meer (werkende) inwoners moeite hebben om rond te komen. Dit zal in 2023 het nodige vragen van onze medewerkers en waarschijnlijk onze budgetten, waarbij onzeker is in hoeverre het rijk gemeenten hiervoor compenseert. Zie hiervoor ook beleidsveld 4.2.

Kaders

Deze pagina is gebouwd op 10/19/2022 13:16:07 met de export van 10/19/2022 11:55:57